Meidoorn (Crataegus) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De struiken komen van nature voor in Europa, Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika. Ze bereiken een hoogte van zo’n 10 meter.

Vele jaren is de meidoorn aangeplant vanwege de doornen. Die doornen vormen een natuurlijke bescherming tegen de vraat van bijvoorbeeld paarden en koeien.

De meidoorn is een bekende verschijning in het rivierengebied en diende vaak als afscheiding tussen of omboording van weilanden.

Door gevoeligheid voor bacterievuur is de meidoorn lange tijd geweerd en verdween de karakteristieke heester steeds meer uit het landschap. De laatste jaren wordt de meidoorn weer veelvuldig aangeplant, vooral bij erfbeplanting in het buitengebied.

De meidoorn bloeit in mei – juni met sterk geurende bloemen die wit of rose/rood van kleur zijn. De besjes zijn eetbaar en prima te gebruiken in bijvoorbeeld jams of vruchtensappen.

De meidoorn wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt als medicinaal middel. 

Bladverkleuring in de herfst